• Met de verkiezing van de bestuursleden tijdens een oprichtingsvergadering is de huurderscommissie een feit. De huurders hebben immers zelf bepaald wie de huurders mag vertegenwoordigen.
  • Voor de erkenning meldt de nieuwe huurderscommissie zich eerst bij het LHP via het digitale registratieformulier of via een PDF formulier. Bij het LHP vindt de representatietoets plaats op basis van het verslag van de oprichtingsvergadering en uitslag van de verkiezing van het bestuur. Op basis van deze toets besluit het LHP of de huurderscommissie zich bij het LHP kan aansluiten.
  • Aansluiting bij het LHP vindt plaats door aan te tonen dat de huurderscommissie is gekozen door de huurders en daarmee de huurderscommissie correct is opgericht.
  • Het LHP geeft haar bevindingen door aan Woonzorg Nederland. En bij een positief besluit van het LHP tot aansluiting, zal dit door Woonzorg Nederland worden geïnterpreteerd als een zwaarwegend advies aan Woonzorg Nederland om de betreffende huurderscommissie te erkennen als overlegpartner. Woonzorg Nederland behoudt zich hiermee het recht voor om dit advies niet over te nemen. Mits dit grondig onderbouwd en gemotiveerd wordt afgewezen.
  • Nadat de huurderscommissie is aangesloten bij het LHP ontvangt deze alle informatie en uitnodigingen. Daarnaast schrijft het LHP de huurderscommissie gratis in bij de Woonbond.
  • Na erkenning door Woonzorg Nederland vindt toekenning plaats van de financiële vergoeding ten behoeve van de uitvoering van de taken als overlegpartner.
  • De huurderscommissie ontvangt van het LHP verdere informatie ten behoeve van de registratie en informatie over de dienstverlening van het LHP.
  • In artikel 2a lid 1 van de WOHV is bepaald dat de verhuurder er zorg voor draagt dat de huurderscommissie de werkzaamheden die met haar taak verband houden kan verrichten.
  • In artikel 2a lid 2 van de WOHV is ook vastgelegd dat de verhuurder kan besluiten om een huurderscommissie niet (meer) te erkennen wanneer door de huurderscommissie niet aannemelijk gemaakt kan worden dat de huurderscommissie namens de huurders in overleg kan treden. Woonzorg Nederland zal de huurderscommissie schriftelijk verzoeken om met stukken te onderbouwen dat de huurderscommissie namens van de huurders in overleg kan treden. Indien de huurderscommissie dit niet aannemelijk maakt zal de erkenning worden ingetrokken en wordt de huurderscommissie niet meer gezien als overlegpartner in de zin van de WOHV.
  • In artikel 2a lid 3 van de WOHV is vastgelegd dat de verhuurder een huurderscommissie in het complex kan erkennen, die wat betreft de omvang van haar achterban als meest representatief wordt gezien.

In sommige gevallen is het ook mogelijk om in één complex meerdere huurderscommissies te hebben. De wet biedt hierin geen beperking. Verhuurder heeft het recht om te besluiten om alleen met de huurderscommissie met de grootste achterban overleg te voeren.

Indien sprake is van het niet erkennen van een opgerichte huurderscommissie door Woonzorg Nederland dan wel het intrekken van een erkenning door Woonzorg Nederland, zal Woonzorg Nederland het LHP hierover informeren

erkenning